Ginseng kan slaan op twee verschillende vormen: de Amerikaanse ginseng (Panax quinquefolius) en de Koreaanse/Chinese ginseng (Panax ginseng). De Siberische ginseng is geen echte ginsengsoort. De meeste studies betreffen de Koreaanse ginseng. Ginsengextracten worden verkregen uit de wortel van de plant. Afhankelijk van het extractieprocedé bekomt men witte of rode ginseng, maar de medische eigenschappen zouden niet hard verschillen.

Traditionele toepassingen van ginseng, die deels bevestigd zijn door moderne studies, zijn: vermoeidheid, stress, regeling van de bloedsuiker en verbetering van het libido. Ginseng verhoogt de immuniteit van hiv-patiënten en verlaagt het risico op kanker.
Het gebruik van ginseng is niet ongevaarlijk, hoge doses kunnen op lange termijn bijwerkingen veroorzaken: hoge bloeddruk, misselijkheid, hoofdpijn, slapeloosheid en huiduitslag. Correct gebruik levert zelden problemen.