Antioxidanten zijn noodzakelijk voor de gezondheid omdat ze ons beschermen tegen de schadelijke effecten van vrije radicalen. Vrije radicalen behoren tot het normale metabolisme van een cel. Als de cel de hoeveelheid vrije radicalen niet meer kan verwerken, dan spreekt men van 'oxidatieve stress'. Er is dan een onbalans tussen vrije radicalen en antioxidanten.
Vrijwel bij elke ziektebeeld treffen we een verhoogde aanwezigheid van vrije radicalen aan. Sommige aandoeningen zijn uitsluitend te wijten aan oxidatieve stress, zoals cataract en zonnebrand. Meestal is het een gevolg van andere storingen, maar gaan de vrije radicalen het ziekteverloop wel verergeren.

Het lichaam maakt zelf antioxidanten; een deel van de antioxidanten moeten we uit de voeding halen. Bekende voorbeelden zijn vitamine C, vitamine E en co-enzym Q10, al is de verscheidenheid aan antioxidanten veel groter dan dat. Vooral planten zijn een rijke bron van antioxidanten, zoals de carotenoïden (bètacaroteen, lycopeen, luteïne, astaxanthine ...) en de flavonoïden (quercetine, EGCG ...).
Het ene antioxidant is niet vervangbaar door het andere: we hebben zelf nood aan een grote verscheidenheid!